Rockcolumn: Jess Roden – Man Op Het Strand

 

Jess Roden - Jess Roden

De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’
Tekst: Tom Wouters

Jess Roden – Man Op Het Strand

Jess Roden is nog een jonge jongen uit Kidderminster (bij Birmingham) als hij in 1966 als leadzanger toetreedt tot The Alan Bown Set. Hoewel hij maar een paar jaar bij de band blijft, heeft hij naam gemaakt als een soulvolle, jazzy zanger. Island Records contracteert hem en heeft grote plannen voor Roden als soloartiest.

Maar voordat die plannen tot iets concreets leiden, richt Roden in 1970 de band Bronco op, gewoon omdat-ie het leuk vindt om in een band te spelen.

Na twee Bronco-albums vindt Island-baas Chris Blackwell dat het tijd is voor Roden, die hij omschrijft als de perfecte zanger om US-soul en UK-rock samen te brengen, om aan zijn eerste soloalbum te gaan werken.

In 1974 treedt Jess Roden uiteindelijk als soloartiest voor het voetlicht met zijn titelloze soloalbum. De plaat bevat onder meer bijdragen van Allen Toussaint en The Meters.

Veel muzikanten en producers van naam werken graag samen met de zeer getalenteerde souljazz zanger. Na zijn eerste soloalbum, dat niet veel aandacht van het publiek trekt, vormt Roden, eigengereid als hij is, The Jess Roden Band; aanvankelijk als tourband om zijn soloalbum te promoten, maar al snel blijkt dat de band “veel meer is dan dat”, zoals Roden het verwoordt.

De band is een geweldige live act die uitgebreid door het Europese club- en festivalcircuit toert. Ze maken twee sudioalbums en een livealbum, maar de platenverkoop valt tegen en tot Roden’s teleurstelling valt de band begin 1977 uit elkaar, omdat Island Records Roden oproept om naar New York City te verhuizen om meer soloalbums te maken.

Blackwell dwingt hem om met Amerikaanse producers en songwriters samen te werken en instrueert deze  “niet zijn (Roden’s) jazz-ding te doen, ik wil hit records”.
Roden brengt nog twee soloalbums uit voor Island, maar bereikt niet het commerciële succes waar Island naar op zoek is, waarop de platenmaatschappij Jess Roden simpelweg laat vallen.

Roden begint een nieuwe carrière als grafisch ontwerper in New York, maar neemt tegelijkertijd ’s nachts (om op studiotarieven te besparen) samen met zijn landgenoot Pete Wood songs op.

De nummers blijken ambient-achtige soundscapes te zijn. Uiteindelijk resulteert dit in 1982 in het opnemen van ‘Seven Windows’, een album vol etherische souljazz-nummers, met de crème de la crème van in New York gevestigde sessiespelers en arrangeurs, zoals Elliot Randall, Mark Egan en Paul Buckmaster.

Net voordat het album uitkomt, keert Roden echter gedesillusioneerd terug naar Engeland, omdat hij het zich, zonder platencontract niet kan veroorloven om langer in New York te blijven wonen. Het wordt heel stil rond Jess Roden.

In 1994 keert hij nog eenmaal terug als muzikant. Hij neemt twee albums op met een nieuwe band, The Humans, met in de line-up onder meer ex-Rod Stewart-gitarist Gary Grainger. Na de release van beide albums lijkt hij weer van de aardbodem verdwenen.                                                                                                           

Het laatste teken van leven van Jess Roden is een paperazzi-achtige foto  van een man die zijn hond uitlaat ergens op een strand in het Verenigd Koninkrijk.

Taken from the first JRB photosession l/r: Ronnie Taylor, Pete Hunt (standing), Steve Webb, JR, John ‘Maggs’ Cartwright, Chris Gower (standing), Bruce Roberts