Tekst: Tom Wouters
De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’
Cuby + Blizzards
‘Desolation’
1967. Na een moeizame schooldag val ik thuis zuchtend neer op de bank. Op de radio klinkt beatmuziek. Plotseling hoor ik voetstappen…op de radio. Aarzelend volgt het geluid van een gitaar en dan die stem. Slepende muziek vult de kamer. Muziek die opbouwt naar een kolkend emotioneel hoogtepunt en dan ineens weer bijna stilvalt. De stem zingt vol emotie over ‘my dear old mother’ die huilend vertelt dat ‘her poor son is lost in the big wide world somewhere’. De muziek treft me als een mokerslag in mijn maag en als het nummer is afgelopen, zit ik verdwaasd op de bank voor me uit te staren.
Dagen later zie ik in de Muziek Express de hoes van de elpee ‘Desolation’ van Cuby + Blizzards. Een redacteur heeft er bij geschreven dat de muziek van de groep klinkt als Amerikaanse bluesmuziek met een Drents sausje. Om de een of andere reden associeer ik die hoesfoto met de muziek die ik op de radio heb gehoord.
Een uur later ben ik de apetrotse bezitter van Cuby + Blizzards’ eerste elpee. Die dag is de plaat niet meer van de Tungsram-radio-met-platenspeler in de huiskamer af te branden. Mijn vader, die later nog een grote Cuby-fan zou worden, reageert geamuseerd op de hoesfoto ‘Sjonge, wat een koppen zeg! Moet je die ene zien met die lodderogen!’. Ik kan de humor er niet van inzien, al moet ik later toegeven dat die hoesfoto niet bepaald flatteus is. Ik ben trots op de plaat, een trots die bevestigd wordt door de prachtige, barokke hoestekst van ex-stad- en schoolgenoot Johnny the Selfkicker (‘Ook de schrijver dezes kan niet anders doen dan deze geïnspireerde, extatische bluesadoreerders met hun bruine slurpende – dikwijls tot ware orgasmes uitgroeiende – SOULSOUND, te promoveren tot A NEW DIMENSION IN RYTHM & BLUES!!!!’).
Vanaf die dag in het vroege voorjaar van 1967 ben ik verknocht aan die typisch Drentse variant van de blues, aan die stem vooral, die in de eerste jaren soms bijna ‘over the top’ de blues bezingt. Na ‘Desolation’ gaat het zakgeld snel op aan de inmiddels ook al uitgekomen plaat met blueslegende Eddie Boyd (‘Praise the Blues’) en aan het legendarische ‘Groeten uit Grollo’.
En dan wordt ’t tijd Cuby + Blizzards eens live te gaan beluisteren. Begin februari 1968 is het zover. Mijn schoolvriend Dickie en ik hebben geen zin langer te wachten op een optreden in Arnhem en besluiten dat Zelhem dichtbij genoeg is.
En zo gaan Dickie en ik op een zondagmiddag op zijn brommer naar Zelhem. Het vriest die dag een graad of drie. Het wordt heel koud op Dickie’s brommer en Zelhem ligt verder weg dan we dachten, veel verder weg. Bijna bevroren arriveren we uiteindelijk in het uitgestorven Achterhoekse dorp. Als Dickie de motor van zijn brommer heeft afgezet, horen we de bekende klanken van ‘Another Day, Another Road’. Het Walhalla is afgeladen vol en verder dan helemaal achteraan komen we niet, Dickie en ik. Maar de muziek is hartverwarmend en soms hartverscheurend mooi.
Cuby + Blizzards blijven die dag onbereikbare grootheden, idolen aan de muur van mijn slaapkamer.