Sam Doores – Sam Doores
Format: CD – Vinyl – Digital / Label: New West Records / PIAS
Release: 2020
Tekst: Peter Marinus
Sam Doores is een singer-songwriter uit New Orleans, die, wat mij betreft, geheel ten onrechte vaak het “Americana” stempel opgedrukt krijgt. Ik ben namelijk van mening dat zijn muziek meer thuishoort in de hoek van de “zeer avontuurlijke popmuziek” waarbij Sam zich met name heeft laten beïnvloeden door allerlei muziek uit de 60’s.
Na het album ‘Holy Cross Blues’ uit 2012, dat Sam opnam met Riley Downing & the Tumbleweeds is dit Sam’s eerste echte soloalbum.
Voorheen troffen we Sam aan in bands als Hurray For The Riff Raff en the Deslondes.
Zijn soloalbum werd geproduceerd door Anders Christopherson en Sam werd geholpen door de leden van de band Tuba Skinny, Mat Davison, Alynda Lee Segarra (zang, banjo, piano) en Carlos “DIablo” Santana op orgel.
Sam bespeelt zelf een behoorlijk arsenaal aan instrumenten zoals de gitaar, piano, drums, vibrafoon en het Glockenspiel!
Na het stemmige instrumentale intro Tempelhofer Dawn met zijn statige strijkers, zacht zwevende orgel en sprankelende piano opent het album echt met Let It Roll, dat wordt afgetrapt door haast kerkorgel achtige klanken. Het gaat hier om een zacht deinende ballad, die muzikaal aan Leonard Cohen doet denken en waarin Sam’s stem voor de nodige soulvolle elementen zorgt.
In Other Side Of Town grijpt Sam vervolgens terug naar het onschuldige 60’s popgeluid van Phil Spector’s meidengroepen. Hij zingt het nummer samen met Alynda Lee Segarra met een galmend kauwgomballen popnummer als resultaat.
Cambodian Rock ‘n’ Roll zit indezelfde muzikale hoek. Een nummer waarin invloeden van “The Chapel Of Love” van the Dixie Cups in terug te vinden zijn maar dan verpakt in een broeierig loom popnummer.
Het kerk-achtige orgel zorgt opnieuw voor een intro en wel voor Wish You Well. Een heerlijk deinend popnummer met ragtime pianospel, New Orleans blazers en 60’s popinvloeden als Phil Spector en the Beach Boys.
Het geluid van de Britse folktroubadour Donovan lijkt het voorbeeld te zijn geweest voor Windmills, een intieme akoestische ballad a la Catch The Wind. Het New Orleans rhythm & bluesgeluid duikt op in Had A Dream, vermengd met dromerige pop en walsgeluiden.
This Ain’t A Sad Song heeft een Rufus Wainwright achtige melancholie maar sprankelt evengoed. In Solid Road zit een zeer broeierig New Orleans bluesgeluid vol galmende gitaren. Een nummer met een mysterieus betoverend geluid. Na het zeer slaperig zwevende Red Leaf Rag volgt de fraaie luie ballad Push On waarin in de verte een broeierig Spaghetti Western geluid zit. Ook Must Be Somethin’ is een ballad maar dan eentje van het opgewekte soort waarin zowel ragtime als New Orleans dixieland opduiken.
Nothing Like A Suburb klinkt als een samenwerking van een traag voortschuifelende New Orleans marching band met een weemoedige Mexicaanse mariachi band.
Het zeer hoekige rhythm & bluesnummer Chicago To Illinois sluit het album af. Op het eind van het nummer worden de muzikanten per raket de ruimte in gelanceerd.
Een zeer aan te bevelen en zeer avontuurlijk popalbum van Sam Doores. Ik kiijk nu al uit naar album nummer twee!!!
Tracklist:
01. Tempelhofer Dawn
02. Let It Roll
03. Other Side Of Town
04. Cambodian Rock ‘n’ Roll
05. Wish You Well
06. Windmills
07. Had A Dream
08. This Ain’t A Sad Song
09. Solid Road
10. Red Leaf Rag
11. Push On
12. Must Be Somethin’
13. Nothing Like A Suburb
14. Chicago To Illinois
Website: Sam Doores