Martin Barre – MLB Celebrates 50 Years Of Jethro Tull
Format: 2CD / Label: Garage Records
Release: 2020
Tekst: Peter Marinus
Een dubbelalbum vol met Jethro Tull songs zonder Ian Anderson en met (bijna) geen fluit! Ik zie de fervente Tull fans al paniekerig aan hun achterhoofd krabben. Kan dat? Ja, dat kan zeker!
Dat bewijst Jethro Tull gitarist Martin Barre met dit album waarop hij op een verrassende en zeer veelzijdige wijze een overzicht geeft van 50 jaar Jethro Tull. De band, die ons op een zeer prettige manier een mix van folk, blues en rock voorschotelde.
Het album bestaat uit twee schijven. Op de eerste, die live in de Factory Underground studio werd opgenomen, treedt Martin aan met een band, die bestaat uit Dan Crisp (zang, gitaar), Alan Thomason (bas, ex-John Martyn) en Derby Todd (drums).
Het geluid van deze bezetting kan met een gerust hart als “bluesrock” omschreven worden.
Zo openen ze met My Sunday Feeling, van het ‘This Was’ album uit 1968. Een album waarop Martin nog niet meespeelde maar zijn voorganger Mike Abarahams wel.
In Martin’s versie is dit een bluesy shuffle met prima snijdend gitaarwerk van zowel Martin als Dan Crisp, die overigens een prima rauw soulvol stemgeluid heeft.
For A Thousand Mothers komt van het ‘Stand Up’ album uit 1969 en is hier een bluesy soort folkrock nummer, met de nadruk op “rock”.
Love Story komt ook van het al genoemde ‘This Was’ album en is een intiem lui pompend nummer met bij vlagen hard scheurend sologitaarspel.
Van het ‘War Child’ album uit 1974 is Sealion aanwezig met een folky proggeluid in een hoekig pompend bluesrock jasje. Song For Jeffery is een Tull klassieker uit 1968, die hier een stuk steviger rockend klinkt.
Nothing To Say van het ‘Stand Up’ album uit 1969 is en blijft een heerlijk sprankelende rockklassieker. Het folkgeluid is flink aanwezig in Hunting Girl van het ‘Songs From The Wood’ album uit 1977.
Daarentegen is Steel Monkey, van het ‘Crest Of A Knave’ album uit 1987, een bluesy riffend rocknummer, dat in het Bad Company hokje past.
Op de tweede schijf van dit album gooit Martin het over een geheel andere boeg. De meeste nummers zijn hier namelijk akoestisch, hetgeen automatisch inhoudt dat er een meer folkie geluid ontstaat.
Hier laat Martin zich begeleidien door Alex Hart (zang), Becca Langford (zang), John Carter (zang), Paddy Blight (contrabas), Josiah J (toetsen) en Frank Mead (fluit)
De opener Wond’ring Around van het ‘Aqualung’ album uit 1971 klinkt hier, met name door de dameszang, hemels en sprankelend. De blues is aanwezig in de pompende akoestische blues Someday The Sun Won’t Shine met Martin’s weergaloze gitaarwerk.
Het titelnummer van het album ‘Under Wraps’ is elektrisch en rockt op de bekende folky Tull manier. Dit wordt gevolgd door het sprankelende folky One White Duck.
Still Loving You Tonight komt van het ‘Catfish Rising’ album uit 1991 en is semi-akoestisch, bluesy met Ian Anderson-achtige krachtige zang van John Carter.
In het prachtige intieme Home duikt dan eindelijk een fluit op, bespeeld door Frank Mead. In dit nummer speelt Martin een duet met zichzelf op de akoestische én de elektrische gitaar.
De absolute Tull klassieker Locomotive Breath is verrassend in een stuwende folkversie gestoken met (niet storende) elektronische ritmes.
Het elektrische en bombastische Slow Marching Band sluit het album af.
Fans van Jethro Tull kunnen dit album met een gerust hart aanschaffen. Martin Barre heeft namelijk op een zeer respectvolle en ingenieuze wijze een prachtig eerbetoon aan het geluid van Jethro Tull afgeleverd.
Tracklist:
CD 1:
01. My Sunday Feeling
02. For A Thousand Mothers
03. Hymn 43
04. Love Story
05. Sealion
06. Song For Jeffrey
07. Back To The Family
08. Nothing To Say
09. Hunting Girl
10. Teacher
11. Steel Monkey
12. Nothing Is Easy
13. New Day Yesterday
CD 2:
01. Wond’ring Around
02. Someday The Sun Won’t Shine
03. Life Is A Long Song
04. Cheap Day Return
05. Under Wraps
06. One White Duck
07. Still Loving You Tonight
08. The Waking Edge
09. Home
10. Locomotive Breath
11. Slow Marching Band
Website: Martin Barre